BasisBijbel

Ezra 4:9-20 BasisBijbel (BB)

9. Er stond in: "Deze brief is geschreven door uw dienaren in de provincie ten zuiden van de Rivier , namelijk door Rehum de bestuurder van die provincie [ (= Samaria) ], zijn schrijver Simsai, en de andere ambtenaren en rechters van de provincie ten zuiden van de Rivier.

10. en

11. Wij schrijven u namens de vele volken die van de hooggeëerde en machtige koning Asnappar in het gebied ten zuiden van de Rivier in Samaria en nog verder naar het zuiden moesten gaan wonen.

12. Majesteit, wij laten u weten dat de Judeeërs die uit uw land zijn vertrokken, bij ons in Jeruzalem zijn aangekomen. Ze zijn bezig om die opstandige stad te herbouwen. De muren zijn bijna af en ze leggen fundamenten voor de stad.

13. Wij willen u nu waarschuwen. Zodra deze stad herbouwd is en de muren af zijn, zullen de bewoners geen belasting meer aan u betalen. U zal er dus grote schade door hebben.

14. U weet dat wij trouw aan u beloofd hebben. Daarom zou het niet goed zijn, als wij alleen maar zouden toekijken hoe u benadeeld gaat worden, en er niets tegen zouden doen. Daarom sturen wij u deze brief om u te waarschuwen.

15. We raden u aan om in uw geschiedenisboeken te laten opzoeken wat Jeruzalem voor stad is. Dan zult u ontdekken dat het een opstandige stad is die de koningen altijd problemen heeft bezorgd. Jeruzalem is altijd opstandig geweest. Daarom is die stad ook verwoest.

16. Met deze brief willen wij u waarschuwen. Want als deze stad herbouwd is en de muren weer staan, zult u de macht verliezen over de provincie ten zuiden van de Rivier."

17. Als antwoord schreef de koning: "Ik schrijf deze brief aan Rehum, de bestuurder van de provincie, aan de schrijver Simsai en aan de andere bestuurders die in Samaria en in de rest van de provincie ten zuiden van de Rivier wonen. Ik doe u de groeten.

18. Uw brief is duidelijk aan mij voorgelezen.

19. Ik heb in de geschiedenisboeken laten opzoeken wat Jeruzalem voor stad is. En ik heb gezien dat deze stad altijd al opstandig is geweest tegen de koningen. De bewoners van deze stad hebben altijd onrust gestookt.

20. Jeruzalem heeft ook koningen gehad die zó machtig waren, dat ze over het hele gebied ten zuiden van de Rivier heersten. De volken daar moesten belasting aan hen betalen.