BasisBijbel

Ezechiël 48:1-10 BasisBijbel (BB)

1. [ De Heer zei: ] "Zó moet het land verdeeld worden. De grenzen van het land lopen in het noorden langs de weg van Hetlon tot aan Hazar-Enon, met Damaskus en Hamat aan het noorden daarvan. In dat gebied krijgt de stam van Dan een stuk grond dat vanaf de oostgrens tot aan de zee komt. De stam van Dan krijgt één deel.

2. Langs het gebied van de stam van Dan, van het oosten tot het westen, krijgt de stam van Aser één deel.

3. Langs het gebied van de stam van Aser, van het oosten tot het westen, krijgt de stam van Naftali één deel.

4. Langs het gebied van de stam van Naftali, van het oosten tot het westen, krijgt de stam van Manasse één deel.

5. Langs het gebied van de stam van Manasse, van het oosten tot het westen, krijgt de stam van Efraïm één deel.

6. Langs het gebied van de stam van Efraïm, van het oosten tot het westen, krijgt de stam van Ruben één deel.

7. Langs het gebied van de stam van Ruben, van het oosten tot het westen, krijgt de stam van Juda één deel.

8. Langs het gebied van de stam van Juda begint het deel dat voor Mij is. Het moet 25.000 el breed zijn en van oost tot west moet het net zo lang zijn als de delen die de stammen krijgen. Het heiligdom zal in het midden liggen.

9. Het eerste deel daarvan is 25.000 el [ (13,25 km) ] lang en 10.000 el [ (5,3 km) ] breed.

10. In dat noordelijke deel zullen de priesters wonen. Daarlangs ligt het heiligste deel. Dat gebied zal aan de noordkant 25.000 el [ (13,25 km) ] lang zijn, aan de oostkant 10.000 el breed, aan de zuidkant 25.000 el [ (13,25 km) ] lang en aan de westkant 10.000 el [ (5,3 km) ] breed. De tempel van de Heer zal in het midden van dat gebied liggen.