BasisBijbel

Ezechiël 43:21-27 BasisBijbel (BB)

21. Daarna moet je het vlees van de stier nemen en dat verbranden. Doe dat op de plaats die daarvoor aangewezen is, aan de noordkant, buiten de tempel.

22. Op de tweede dag moet je een gezonde mannetjes-geit nemen. Daarmee moet je het altaar voor Mij reinigen zoals je dat met de stier hebt gedaan.

23. Daarna moet je een jonge, gezonde stier en een gezond mannetjes-schaap nemen.

24. Die moet je bij Mij brengen. De priesters moeten er zout op strooien en ze voor Mij als brand-offer offeren.

25. Zeven dagen lang moet je elke dag een gezonde mannetjes-geit, een gezonde jonge stier en een gezond mannetjes-schaap slachten en offeren.

26. Dat moeten jullie zeven dagen lang doen. Zo wordt het altaar gereinigd. Vanaf dat moment is het van Mij.

27. Wanneer die zeven dagen voorbij zijn, moeten de priesters op de achtste dag en daarna op het altaar jullie brand-offers en dank-offers offeren. Als jullie het zó doen, zal Ik blij met jullie zijn, zegt de Heer."