BasisBijbel

Ezechiël 41:10-26 BasisBijbel (BB)

10. Tussen het gebouw rond het tempelhuis en de kamers van de priesters was een open ruimte van 20 el [ (10,6 m) ] breed.

11. Het gebouw rond het tempelhuis had twee ingangen die uitkwamen op die open ruimte. De ene ingang was aan de noordkant en de andere ingang was aan de zuidkant. Het terras langs de open ruimte was 5 el [ (2,65 m) ] breed.

12. Aan de westkant van het tempelhuis stond een gebouw van 70 el [ (37,1 m) ] breed en 90 el [ (47,7 m) ] lang. De muur was overal 5 el [ (2,65 m) ] dik.

13. De man meette de lengte van het tempelhuis: 100 el [ (53 m) ]. Het binnenplein was aan de westkant ook 100 el [ (53 m) ] breed.

14. Ook aan de oostkant was het plein met het hele gebouw, dus het tempelhuis met het gebouw van drie verdiepingen er omheen, 100 el breed.

15. Tenslotte meette hij ook de lengte van het gebouw met galerijen dat achter het tempelhuis aan het plein stond. Het was 100 el [ (53 m) ] lang.

16. Het hele tempelhuis, met de voorhal aan het binnenplein, de ingang, de ramen en de galerijen, was met hout afgewerkt. De ramen waren dicht.

17. Ook de ruimte boven de ingang, de muren tot aan de achterzaal en de hele buitenmuur waren met hout bedekt. Het hele gebouw was van binnen en van buiten met hout afgewerkt.

18. Daarop waren afbeeldingen van engelen en palmbomen gemaakt. Steeds waren er om en om een palmboom en een engel afgebeeld. De engelen hadden twee gezichten.

19. Aan de ene kant keek elke engel met het gezicht van een mens naar de palmboom aan die kant. En aan de andere kant keek elke engel met het gezicht van een leeuw naar de palmboom aan de andere kant. In het hele huis waren die afbeeldingen aangebracht.

20. De afbeeldingen waren zo hoog als de muur: van de grond tot aan het plafond. Alle muren waren ermee bedekt, tot boven de deuren. Ook de muren van de tempel.

21. De ingang van de voorhal en de ingang van de voorzaal hadden vierkante deurposten.

22. Het houten altaar [ dat vóór de ingang tot de achterzaal, de allerheiligste kamer, stond, ] was 3 el [ (1,59 m) ] hoog en 2 el [ (1,06 m) ] lang en 2 el breed. Ook de hoeken, het voetstuk en de zijkanten waren van hout. De man zei tegen mij: "Dit is de tafel die vóór de Heer staat."

23. Er waren twee deuren in de ingang van de voorhal naar de voorzaal, en ook twee deuren in de ingang van de voorzaal naar de allerheiligste kamer.

24. Elke deur bestond uit twee delen. Dus de linker deur bestond uit twee delen en de rechter deur bestond uit twee delen.

25. Op deze deuren waren net zulke afbeeldingen van engelen en palmbomen gemaakt als op de muren. Boven de deuren naar de voorzaal was een houten afdak.

26. In de muren zaten dichte ramen. Op de muren naast de deuren en op de muren van de zijkamers en op de afdaken stonden afbeeldingen van palmbomen.