BasisBijbel

Ezechiël 40:11-31 BasisBijbel (BB)

11. Toen meette de man de deur van de poort. De deur was 10 el breed [ (5,3 m) ]. De ruimte van de ene kamer tot de kamer er tegenover was 13 el [ (6,89 m) ].

12. Vóór de kamers was links en rechts een muurtje van 1 el [ (53 cm) ] hoog. Alle kamers waren vierkant: 6 el [ (3,18 m) ] breed en 6 el lang.

13. Daarna meette de man langs het dak de breedte van de poort, vanaf de achterwand van de kamers links tot aan de achterwand van de kamers rechts. Dat was 25 el [ (13,25 m) ]. De ingangen van de kamers lagen recht tegenover elkaar.

14. Ook meette hij de rij pilaren die aan de ingang stonden aan de binnenzijde van de muur: 60 el [ (31,8 m) ]. De poort werd omringd door het buitenplein waarop hij uitkwam.

15. De totale lengte van de poort, dus vanaf de buitenkant van de muur tot aan de andere ingang die op het plein uitkwam, was 50 el [ (26,5 m) ].

16. In de binnenmuren van de kamers waren dichte ramen gemaakt. Ook de portieken hadden ramen. De pilaren waren versierd met afbeeldingen van palmbomen.

17. Toen bracht de man me het buitenplein op. Langs het buitenplein waren kamers. En op de grond van het plein lagen tegels, het hele plein rond. Langs het plein waren 30 kamers, die uitkwamen op de tegels.

18. De tegels lagen vanaf de zijkanten van de poortgebouwen langs de muren. Zij vormden het beneden-terras.

19. Tegenover de oostpoort was nog een poort, naar het binnenplein. De man meette de afstand tussen die twee poorten: 100 el [ (53 m) ].

20. Ook tegenover de poort aan de noordkant was een poort naar het binnenplein. Ook die afstand was 100 el. Toen meette hij de poort aan de noordkant van het buitenplein.

21. Ook deze poort had aan elke kant drie kamers. De kamers, de muren en de voorhal hadden dezelfde maten als in de eerste poort. De poort was 50 el [ (26,5 m) ] lang en 25 [ (13,25 m) ] el breed.

22. Ook de ramen, de voorhal en de palmbomen hadden dezelfde maten als in de poort aan de oostkant. Er was een trap van zeven treden om in de poort te komen en naar de voorhal te gaan.

23. Net zoals bij de poort aan de oostkant was er op het buitenplein tegenover deze poort nóg een poort, naar het binnenplein. Van de poort in de buitenmuur tot aan de andere poort in de binnenmuur was 100 el [ (53 m) ].

24. Daarna nam de man me mee naar de zuidkant. Ook daar was een poort. Hij meette de muren en de voorhal. Ze hadden dezelfde maten als in de andere poorten.

25. Ook in deze poort waren aan alle kanten net zulke ramen als in de andere poorten. De poort was weer 50 el [ (26,5 m) ] lang en 25 el [ (13,25 m) ] breed.

26. Er was een trap van zeven treden om binnen te komen en naar de voorhal te gaan. Aan beide kanten waren de pilaren versierd met afbeeldingen van palmbomen.

27. Ook tegenover deze poort was er een poort in de muur van het binnenplein. Ook hier was de afstand 100 el [ (53 m) ].

28. De man bracht me door deze poort aan de zuidkant naar het binnenplein. Hij meette de afmetingen van de poort. De maten waren hetzelfde als van de andere poorten.

29. Ook de kamers, muren en voorhal hadden dezelfde maten als in de andere poorten. Ook in deze poort waren aan alle kanten ramen. En ook deze poort was 50 el [ (26,5 m) ] lang en 25 el [ (13,25 m) ] breed.

30. Net zoals bij de andere poorten was de breedte 25 el [ (13,25 m) ] en de ruimte tussen de kamers 5 el [ (2,65 m) ].

31. De hal was aan de kant van het buitenplein. De pilaren waren versierd met afbeeldingen van palmbomen. Vóór de poort was een trap van acht treden.