BasisBijbel

Ezechiël 34:6-17 BasisBijbel (BB)

6. Mijn schapen dwalen rond op de bergen en de heuvels. Ze zijn over de hele aarde verspreid geraakt. Er is niemand die om ze geeft, niemand die naar ze zoekt.

7. Luister daarom, herders, naar wat de Heer zegt.

8. Mijn schapen zijn een prooi geworden van de wilde dieren en worden opgegeten. Dat komt doordat er geen herder is. Want mijn herders zorgen niet voor de schapen. Ze zorgen alleen maar voor zichzelf.

9. Luister naar wat Ik zeg, herders!

10. Ik zweer bij Mijzelf: Ik zal die herders daarvoor straffen! Ik eis mijn schapen van hen terug. Ik zal een einde maken aan hun manier van hoeden. Ik zal mijn schapen redden. Ik wil niet dat ze nog langer door hun herders mishandeld, verwaarloosd en opgegeten worden.

11. Ik zal Zelf naar mijn schapen gaan zoeken en voor ze zorgen.

12. Zoals een herder voor zijn schapen zorgt, zo zal Ik Zelf als een herder voor mijn kudde zorgen. De afgedwaalde schapen zal Ik gaan zoeken. De zoekgeraakte schapen zal Ik terugbrengen van de plaatsen waar ze op een kwade dag terecht gekomen zijn. Dat zal gebeuren op de dag van zware wolken en dikke duisternis.

13. Ik zal ze ophalen uit de landen waar ze terecht gekomen zijn. Ik zal ze verzamelen en naar hun eigen land terugbrengen. Ik zal ze laten grazen op de bergen van Israël, langs de beken en in de graslanden.

14. Ik zal op de bergen en heuvels van Israël een goede plek voor ze zoeken met veel gras. Ze zullen rustig kunnen eten zoveel als ze willen.

15. Ik zal Zelf voor ze zorgen en ze een veilige, goede plek geven, zegt de Heer.

16. Afgedwaalde schapen zal Ik zoeken. Zoekgeraakte schapen zal Ik ophalen. Gewonde schapen zal Ik verbinden. Zieke schapen zal Ik verzorgen."[ De Heer zei: ] "Maar Ik zal afrekenen met de dikke, sterke schapen [ die de andere schapen verdringen ]. Ik zal ze streng straffen. Ik zal voor de schapen zorgen zoals het hoort.

17. Ik zal rechtspreken tussen de schapen onderling, en tussen de schapen en de bokken.