BasisBijbel

Ezechiël 34:21-27 BasisBijbel (BB)

21. Want jullie duwen met jullie dikke lijven de zwakke schapen opzij. Jullie stoten ze met jullie horens aan de kant. Zo jagen jullie ze weg.

22. Maar Ik zal mijn schapen redden, zodat ze niet langer jullie slachtoffer zullen zijn. Ik zal rechtspreken over alle schapen.

23. Dan zal Ik één Herder over hen allemaal aanwijzen. Hij zal ze hoeden. Dat zal mijn dienaar David zijn. Hij zal voor ze zorgen en hun Herder zijn.

24. Ik zal hun God zijn en mijn dienaar David zal hun Koning zijn. Ik, de Heer, zal doen wat Ik heb gezegd.

25. En Ik zal met hen een verbond sluiten waardoor ze in vrede kunnen leven. En Ik zal ervoor zorgen dat er geen wilde dieren meer in het land zijn. Zo kunnen ze veilig wonen en slapen, zelfs in de wildernis en in de bossen.

26. Alles op mijn heuvel zal voor hen zijn, en het zal goed met hen gaan. Ik zal op tijd regen geven, heerlijk zachte regenbuien in de regentijd.

27. De bomen en de akkers zullen grote oogsten geven. De schapen zullen veilig in het land kunnen leven. Ik zal hen redden uit de macht van hen die hen slecht behandelen. Dan zullen ze beseffen dat Ik de Heer ben.