11. De Heer zei tegen mij:
12. "Mensenzoon, zing dit treurlied over de koning van Tyrus:U was volmaakt.U was vol van wijsheid en volmaakt mooi.
13. U woonde in Eden, de tuin van God.U was helemaal bedekt met allerlei edelstenen:sardis, topaas, diamant,turkoois, sardonyx, jaspis,saffier, robijn, smaragd.Al die stenen waren met gouden zettingen op u vastgezet.Op de dag dat u gemaakt werd, werden ze voor u gemaakt.
14. Ik had u een taak gegeven: u was een beschermende engel.Ik had u een plaats gegeven op mijn heilige berg.U mocht tussen de vurige stenen komen.
15. Vanaf de dag dat Ik u maakte, leefde u zoals Ik het wil.U was volmaakt.Totdat u op een dag slecht werd.