BasisBijbel

Ezechiël 27:18-31 BasisBijbel (BB)

18. Damaskus kocht allerlei producten van jouin ruil voor wijn uit Helbon en witte wol.

19. Dan en Javan brachten garen uit Oezal.Ook verkochten ze gesmeed ijzer, kaneel en kalmoes aan je.

20. Dedan verkocht zadelkleden voor de paarden.

21. Arabië en de heersers van Kedar verkochten schapen en geiten aan je.

22. De handelaars van Scheba en Raëmabetaalden op je markten met de beste specerijen, edelstenen en goud.

23. Handelaars uit Haran, Kanne en Eden, Scheba, Assur en Kilmad

24. verkochten op je markten prachtige stoffen:blauwe stoffen, kleurig geborduurde stoffen en bonte tapijten,met touwen er omheen verpakt in kisten van cederhout.

25. De schepen uit Tarsis zongen over je,omdat ze met jou handel konden drijven.

26. Je roeiers brachten je op het wijde water.Maar een storm uit het oosten vernielt je, midden op zee.

27. Je schatten, je koopwaar, je matrozen, je hele bemanning,je timmermannen, je handelaars, je krijgers,ja, iedereen aan boord zinkt weg in de diepe zeeop de dag dat je vergaat.

28. De mensen in de steden bevenals ze horen hoe je matrozen schreeuwen van angst.

29. De roeiers, de bemanning en de matrozen van andere schepenzullen hun schepen verlaten en op het vasteland blijven staan.

30. Ze jammeren luid over je en schreeuwen het uit.Ze gooien stof op hun hoofden gaan in het stof op de grond zitten omdat ze zo verdrietig zijn.

31. Ze scheren hun hoofd kaalen doen rouwkleren aan omdat je er niet meer bent.Diepbedroefd huilen ze over je.