1. De Heer zei tegen mij:
2. "Mensenzoon, ga met je gezicht in de richting van de Ammonieten staan.
3. Zeg tegen de Ammonieten: Luister naar wat de Heer tegen jullie zegt: Jullie hebben gejuicht toen mijn tempel werd vernietigd, het land Israël werd verwoest en het volk van Juda gevangen meegenomen werd naar Babel.