1. De Heer zei tegen mij:
2. "Mensenzoon, ga met je gezicht in de richting van Jeruzalem staan. Laat je woorden tegen de altaren van de afgoden uit je mond stromen. Profeteer ook tegen het land Israël:
3. Dit zegt de Heer: Ik ben tégen jou! Ik zal mijn zwaard trekken en alle mensen in jou doden: goede en slechte mensen.
4. Van noord tot zuid zal Ik iedereen met mijn zwaard doden.