BasisBijbel

Ezechiël 20:34-48 BasisBijbel (BB)

34. Ik zal jullie verzamelen uit de landen waarheen Ik jullie had weggejaagd. Ik zal jullie op een geweldige en machtige manier verzamelen. En Ik zal mijn straf uitstorten.

35. Ik zal jullie meenemen naar de woestijn van de volken. Daar zal Ik over jullie rechtspreken. Jullie zullen oog in oog met Mij staan.

36. Net zoals Ik heb rechtgesproken over jullie voorouders in de woestijn van Egypte, zo zal Ik ook over jullie rechtspreken, zegt de Heer.

37. Een herder laat zijn schapen één voor één onder zijn staf doorgaan als ze de stal ingaan[ , om ze te tellen en om te zien of elk schaap gezond is ]. Zo zal Ik ook jullie één voor één beoordelen. Ik zal kijken wie zich aan mijn verbond heeft gehouden en wie niet.

38. De mensen die koppig en ongehoorzaam tegen Mij zijn geweest en zich niet aan mijn verbond hebben gehouden, zal Ik apart zetten. Ik zal hen wel weghalen uit het land waar zij van Mij als vreemdelingen moesten wonen, maar Ik zal hen niet terugbrengen naar het land Israël. Jullie zullen beseffen dat Ik de Heer ben.

39. Volk van Israël, ga gerust door met het dienen van jullie walgelijke goden! Maar doe dat dan ergens anders, en niet in het land van mijn verbond. Ik laat Mij niet langer door jullie beledigen.

40. Want op mijn heilige berg, op de hoge berg van Israël, zal het hele volk Israël in het hele land Mij dienen. Dan zal Ik van hen kunnen genieten. Dan zullen ze Mij alle offers geven waar Ik recht op heb. Het beste van wat ze hebben, zal weer voor Mij zijn.

41. Eerst zal ik jullie wegjagen naar andere landen. Daar zullen jullie als vreemdelingen moeten wonen. Maar Ik zal jullie daar weer ophalen. Ik zal jullie terugbrengen in je eigen land. Dan zal Ik van jullie genieten als van een heerlijke geur. En Ik zal jullie God zijn. Alle volken zullen het zien.

42. Ik zal jullie in je eigen land terugbrengen, het land dat Ik aan jullie voorouders beloofd had. Dan zullen jullie beseffen dat Ik de Heer ben.

43. En als jullie dan terugdenken aan alle vreselijke dingen die jullie gedaan hebben, zullen jullie van jezelf walgen.

44. Jullie zullen beseffen dat Ik jullie niet eens zo zwaar gestraft heb als jullie verdienden, vanwege mijn eigen eer. Zo zullen jullie beseffen dat Ik de Heer ben, zegt de Heer."

45. De Heer zei tegen mij:

46. "Mensenzoon, ga met je gezicht naar het zuiden staan. Laat je woorden tegen het zuiden uit je mond stromen. Profeteer tegen de bossen daar:

47. Luister naar wat de Heer zegt: Ik zet jullie in brand. Alle groene bomen en alle dorre bomen zal Ik verbranden. De laaiende vlammen zullen niet worden gedoofd. Het hele gebied van noord tot zuid zal verschroeien.

48. Iedereen zal beseffen dat Ik, de Heer, die brand heb aangestoken. Want niets zal die brand kunnen blussen."