BasisBijbel

Ezechiël 17:5-12 BasisBijbel (BB)

5. Hij nam ook een zaadje mee uit het land. Dat plantte hij zorgvuldig op een plaats waar veel water was.

6. Het zaad kwam op, begon te groeien en kreeg takjes. Het groeide uit tot een flinke wijnstruik, maar bleef laag van stam. Zijn wortels groeiden niet breed uit, maar bleven onder hem. Er kwamen steeds meer takken aan.

7. Maar er was nog een andere grote adelaar met machtige vleugels, prachtig gekleurde veren en een sterke vleugelslag. En de wijnstruik liet zijn wortels en takken naar hém toe groeien. Hij wilde van hém water krijgen en niet van de grond waarin hij geplant was.

8. Toch was hij op goede grond geplant, met veel water, zodat hij veel takken zou kunnen krijgen, vol vruchten. Hij had een prachtige wijnstruik kunnen worden.

9. De Heer vraagt: Zal dat goed aflopen? Nee! Zijn wortels zullen uitgerukt worden en zijn vruchten afgesneden, zodat hij helemaal zal verdrogen. Dan zal hij zonder veel moeite uit de grond getrokken kunnen worden.

10. De struik is wel geplant, maar zal hij blijven groeien? Nee, wanneer de oostenwind gaat waaien, zal hij helemaal verdrogen."

11. Toen zei de Heer tegen mij:

12. "Vraag aan dit koppige en ongehoorzame volk: Begrijpen jullie niet wat dit verhaal betekent? Ik zal het jullie zeggen: De koning van Babel is naar Jeruzalem gegaan. Daar heeft hij de koning en de leiders weggehaald en meegenomen naar Babel.