BasisBijbel

Ezechiël 16:19-32 BasisBijbel (BB)

19. En het eten dat Ik je gaf, het meel, de olijf-olie en de honing, heb jij aan hen geofferd.

20. Je hebt zelfs je zonen en dochters voor hen verbrand. Míjn kinderen!

21. Was het nog niet erg genoeg dat je ontrouw was aan Mij? Nee, je hebt zelfs mijn kinderen geslacht als brand-offer voor je afgoden.

22. Geen moment heb je gedacht aan de tijd toen je als klein kind naakt, eenzaam en bebloed op de grond lag.

23. Wat heb je een vreselijke dingen gedaan! Daarom zal het nu slecht met je aflopen. Want dit was nog niet alles.

24. en

25. Je hebt ook nog in alle straten en op alle kruispunten altaren gebouwd. Daar heb je je als een hoer gedragen en jezelf weggegeven aan iedere man die voorbij kwam. Je werd steeds erger.

26. Je gaf jezelf ook aan de Egyptenaren, je buren. Zij wilden jou maar al te graag hebben. Je wist niet van ophouden. Daarmee heb je Mij woedend gemaakt.

27. Daarvoor heb Ik je gestraft. Ik maakte je land kleiner. Ik gaf je in de macht van je vijanden: de Filistijnen. Zij walgden van de manier waarop jij leefde!

28. Ook heb je jezelf aan de Assyriërs gegeven. Je kon er maar niet genoeg van krijgen om jezelf aan anderen te geven. Zo ben jij Mij ontrouw geweest.

29. en

30. En nog steeds was het je niet genoeg. Daarom ging je naar de handelaars van Babylonië. Maar ook dat vond je nog niet genoeg. Je was niet te stoppen en je gedroeg je als een brutale hoer.

31. Op alle kruispunten en op alle pleinen zette je altaren voor afgoden neer. Maar eigenlijk was je nog erger dan een hoer, want je hoefde er niets voor te hebben. Je gaf jezelf gratis weg!

32. Je gedroeg je als een ontrouwe vrouw: je gaf jezelf aan andere mannen ook al was je met Mij getrouwd!