BasisBijbel

Ezechiël 13:7-19 BasisBijbel (BB)

7. Maar het is toch waar dat jullie leugens en verzinsels hebben geprofeteerd, als Ik jullie niets gezegd heb?

8. Daarom, zegt de Heer, zal Ik jullie straffen voor jullie leugens en verzinsels!

9. Jullie zullen niet langer bij mijn volk mogen horen. Jullie namen zullen niet worden opgeschreven in het boek met de namen van Israël. Jullie zullen niet meer in het land Israël mogen wonen. Jullie zullen beseffen dat Ik de Heer ben.

10. Jullie hebben mijn volk bedrogen door te zeggen: 'Alles gaat goed!' Want het gaat helemaal niet goed! Jullie lijken op mensen die eerst van klei een slechte muur bouwen en hem daarna netjes afwerken met witkalk zodat je de scheuren niet ziet.

11. Mensenzoon, zeg tegen de mannen die de muur met nutteloze witkalk afgewerkt hebben: Die muur ziet er wel mooi uit, maar toch zal hij instorten. Het zal zó hard gaan stortregenen, hagelen en stormen, dat hij zal instorten. Maar jullie hebben niemand daarvoor gewaarschuwd.

12. Als dan de muur is ingestort, zullen de mensen tegen jullie zeggen: 'Waar is nu die mooie kalklaag gebleven waarmee jullie de muur zo netjes hadden afgewerkt?'

13. Daarom zegt de Heer: Ik zal in mijn woede zware stormen, stortregens en hagelbuien op jullie loslaten die alles vernietigen.

14. Ik zal de muur die jullie zo netjes met kalk hadden afgewerkt, met de grond gelijkmaken. Ik zal hem tot de grond afbreken. En jullie zullen onder het puin bedolven worden en sterven. Jullie zullen beseffen dat Ik de Heer ben.

15. Zo zal Ik mijn woede koelen op de muur en op hen die hem zo netjes met witkalk hadden afgewerkt. Ik zal tegen jullie zeggen: Weg is de muur en weg zijn zij die hem zo netjes afgewerkt hadden,

16. namelijk de profeten van Israël die profeteren dat het goed gaat met Jeruzalem, terwijl dat helemaal niet zo is, zegt de Heer."

17. "Mensenzoon, profeteer tegen de vrouwen van je volk die profeteren wat ze zelf bedacht hebben.

18. Zeg tegen hen: Dit zegt de Heer: Het zal slecht met jullie aflopen! Jullie profeteren wat de mensen graag willen horen. Jullie weven netten van leugens, om macht over hun leven te kunnen hebben! Denken jullie dat jullie macht over andermans leven kunnen hebben, en zelf in leven blijven?

19. Voor een handvol graan of een stuk brood doen jullie wat Ik verboden heb: leugens vertellen aan mijn volk en zeggen dat het míjn woorden zijn. En ze luisteren ook nog naar jullie. Daarmee doden jullie mensen die niet moesten sterven, en houden jullie mensen in leven die niet moesten blijven leven.