BasisBijbel

Ezechiël 12:15-28 BasisBijbel (BB)

15. Ik zal hen onder de volken verspreiden. Dan zullen ze beseffen dat Ik de Heer ben.

16. Maar Ik zal ervoor zorgen dat een klein aantal mensen het zwaard, de honger en de pest zal overleven. Zij zullen aan de andere volken vertellen wat voor vreselijke dingen ze hebben gedaan en dat ze daarom zijn gestraft. En zo zullen volken beseffen dat Ik de Heer ben."

17. De Heer zei tegen mij:

18. "Mensenzoon, eet bevend je brood en drink angstig je water. Zeg tegen de mensen:

19. Dit zegt de Heer over de mensen die nu nog in Jeruzalem en in het land wonen: Jullie zullen bevend je brood eten en angstig je water drinken, vol verdriet. Want het land zal helemaal worden leeggeroofd. Dat gebeurt vanwege het geweld van de mensen die er wonen.

20. De steden zullen worden verwoest en het land zal een wildernis worden. Dan zullen jullie beseffen dat Ik de Heer ben."

21. De Heer zei tegen mij:

22. "Mensenzoon, de mensen zeggen [ tegen je ]: 'De tijd gaat voorbij, maar niets van wat er geprofeteerd is, wordt werkelijkheid.'

23. Zeg hun: Dit zegt de Heer: Ik zal ervoor zorgen dat jullie dat niet langer zullen zeggen. Alles wat er geprofeteerd is, zal nu gaan gebeuren!

24. Niemand zal nog leugens profeteren. Geen profeet van Israël zal de mensen nog langer bedriegen met dingen die ze graag willen horen.

25. Want Ik, de Heer, zal spreken. En wat Ik zeg, zal ook gebeuren. Ik zal het niet langer uitstellen. Want nog tijdens jullie leven, koppig en ongehoorzaam volk, zal Ik doen wat Ik heb gezegd, zegt de Heer."

26. De Heer zei tegen mij:

27. "Mensenzoon, het volk Israël zegt: 'Wat de profeet zegt, gaat nog lang niet gebeuren. Het gaat over iets vér in de toekomst.'

28. Zeg daarom tegen hen: Dit zegt de Heer: Niets van wat Ik gezegd heb, zal Ik nog langer uitstellen. Wat Ik heb gezegd, gaat nú gebeuren, zegt de Heer."