BasisBijbel

Ezechiël 11:13-15 BasisBijbel (BB)

13. Terwijl ik dit profeteerde, stierf Pelatja, de zoon van Benaja. Toen liet ik mij voor God op de grond vallen. Ik riep uit tot de Heer: "Heer, wilt U dan de paar mensen die van Israël zijn overgebleven, óók nog doden?"

14. De Heer zei tegen mij:

15. "Mensenzoon, de bewoners in Jeruzalem zeggen van je volksgenoten, van je familieleden en ook van het hele koninkrijk Israël: 'Zij zijn ver weg, ver van de Heer. Maar dit land is van ons. Wíj blijven hier.'