BasisBijbel

Ezechiël 11:10-19 BasisBijbel (BB)

10. Jullie zullen worden gedood. Ik zal jullie hele land straffen. Jullie zullen beseffen dat Ik de Heer ben.

11. Jullie zullen in de stad niet zo veilig zijn als vlees in een pot. Want Ik ga het hele volk Israël straffen.

12. Jullie zullen beseffen dat Ik de Heer ben, en dat jullie ongehoorzaam zijn geweest aan mijn wetten en leefregels. Jullie hebben niet gedaan wat Ik wilde. Want jullie hebben geleefd volgens de gewoonten van de volken om jullie heen."

13. Terwijl ik dit profeteerde, stierf Pelatja, de zoon van Benaja. Toen liet ik mij voor God op de grond vallen. Ik riep uit tot de Heer: "Heer, wilt U dan de paar mensen die van Israël zijn overgebleven, óók nog doden?"

14. De Heer zei tegen mij:

15. "Mensenzoon, de bewoners in Jeruzalem zeggen van je volksgenoten, van je familieleden en ook van het hele koninkrijk Israël: 'Zij zijn ver weg, ver van de Heer. Maar dit land is van ons. Wíj blijven hier.'

16. Zeg nu: 'Dit zegt de Heer: Het is waar dat Ik jullie uit jullie land heb weggejaagd naar andere volken. Toch zal Ik daar ook een beetje bij jullie zijn.

17. Ik zal jullie ook weer uit die landen verzamelen. Ik zal jullie terugbrengen en het land Israël aan jullie teruggeven.'

18. Ze zullen daar terugkomen en al die afschuwelijke godenbeelden uit het land wegdoen.

19. Ik zal hun hart veranderen. Daardoor zullen ze Mij weer met hun hele hart willen dienen. Ik zal hun een nieuwe geest geven. Hun hart dat zo hard en zo koud is als steen, zal Ik uit hen weghalen. En Ik zal hun een warm, zacht hart geven.