BasisBijbel

Exodus 40:8-25 BasisBijbel (BB)

8. Zet de omheining rond de tent op en hang het gordijn voor de ingang van de omheining.

9. Neem dan de zalf-olie en zalf daarmee de tent en alles wat er in is. Vanaf dat moment is hij van Mij, met alles wat er in is. En hij zal heilig zijn.

10. Zalf ook het altaar voor de brand-offers met alles wat er bij hoort. Vanaf dat moment is het van Mij en het zal heel erg heilig zijn.

11. Zalf ook de waskom met zijn voetstuk. Vanaf dat moment is hij van Mij.

12. Laat dan Aäron en zijn zonen naar de ingang van de tent van ontmoeting komen. Was hen met water.

13. Trek Aäron de heilige kleren aan en zalf hem. Vanaf dat moment is hij van Mij: hij is mijn priester.

14. Laat ook zijn zonen komen en trek hun de priesterkleren aan.

15. Zalf hen zoals je hun vader hebt gezalfd, om mijn priesters te zijn. Door deze zalving zullen zij en al hun zonen ná hen voor altijd mijn priesters zijn."

16. Mozes deed dit allemaal precies zoals de Heer het hem had bevolen.

17. Op de eerste dag van de eerste maand van het tweede jaar werd de tent opgezet.

18. Mozes zette de tent op. Hij plaatste de voetstukken, zette daar de planken rechtop in, maakte de dwarsbalken vast en zette de palen neer.

19. Daarover legde hij de tentkleden en tenslotte het dekkleed – zoals de Heer het hem had bevolen.

20. Hij nam de platte stenen van het verbond en legde die in de kist. Hij schoof de draagstokken [ in de ringen ] aan de kist. Daarna legde hij het vergevings-deksel op de kist.

21. Hij bracht de kist naar het achterste deel van de tent en hing het gordijn op, zodat niemand de kist meer kon zien – zoals de Heer het Mozes had bevolen.

22. Hij zette de tafel in de tent van ontmoeting aan de noordkant van de tent, bij het gordijn naar de allerheiligste kamer.

23. Hij legde daarop het brood neer voor de Heer – zoals de Heer het Mozes had bevolen.

24. Tegenover de tafel, aan de zuidkant van de tent, zette hij de kandelaar neer.

25. Hij stak de olielampen aan die voor de Heer moesten branden – zoals de Heer het hem had bevolen.