BasisBijbel

Exodus 38:9-22 BasisBijbel (BB)

9. Hij maakte van fijn linnen de doeken voor de omheining aan de zuidkant: 100 el [ (45 m) ] breed.

10. Hij maakte 20 palen [ om die doeken aan op te hangen ] met 20 koperen voetstukken. Aan die palen maakte hij zilveren haken en dwarsstangen.

11. Voor de noordkant maakte hij doeken van 100 el [ (45 m) ] breed met 20 palen met 20 koperen voetstukken. Aan die palen maakte hij zilveren haakjes en zilveren dwarsstangen.

12. Voor de westkant maakte hij doeken van 50 el [ (22½ m) ]. Hij maakte tien palen [ om die doeken aan op te hangen ] met tien koperen voetstukken. Aan die palen maakte hij zilveren haken en dwarsstangen.

13. De afstand aan de oostkant was ook 50 el [ (22½ m) ].

14. Daarvoor maakte hij aan de rechterkant naast de ingang [ aan de oostkant ] doeken van 15 el [ (6,75 m) ]. Hij maakte drie palen [ om die doeken aan op te hangen ] met drie voetstukken.

15. Voor de linkerkant naast de ingang maakte hij ook doeken van 15 el [ (6,75 m) ]. Hij maakte drie palen [ om die doeken aan op te hangen ] met drie voetstukken. Want aan beide kanten van de ingang van de omheining kwamen doeken.

16. Alle doeken van de omheining waren van fijn linnen.

17. De voetstukken van de palen waren van koper. De haken en de dwarsstangen voor de palen waren van zilver. De bovenkant van de palen was bedekt met zilver. Alle palen van de omheining werden met zilveren stangen aan elkaar gemaakt.

18. Het gordijn voor de ingang van de omheining was een veelkleurige geweven stof van blauw, paars en rood draad en fijn linnen. Het was 20 el [ (9 m) ] breed en 5 el [ (2,25 m) ] hoog, net zoals de doeken van de omheining.

19. De vier palen [ om die gordijnen aan op te hangen ] en de vier voetstukken van die palen waren van koper. De haakjes en de dwarsstangen waren van zilver. De bovenkant van de palen was bedekt met zilver.

20. Alle pinnen voor de tent en voor de omheining rond de tent waren van koper.

21. Mozes heeft de Levieten laten uitrekenen wat de tent met de kist met de platte stenen van het verbond [ van God ] heeft gekost. Dat gebeurde onder leiding van Itamar, de zoon van de priester Aäron.

22. Bezaleël, de zoon van Uri, die een zoon was van Hur uit de stam van Juda, maakte alles wat de Heer aan Mozes had bevolen.