BasisBijbel

Exodus 38:6-11 BasisBijbel (BB)

6. Hij maakte draagstokken van acaciahout en bedekte ze met koper.

7. Hij stak de draagstokken in de ringen aan de zijkanten van het altaar, om daarmee het altaar te dragen. Het altaar was hol, van planken.

8. Hij maakte de waskom van koper, met een voetstuk van koper. Hij maakte die van de koperen spiegels van de vrouwen die naar de ingang van de tent van ontmoeting kwamen.

9. Hij maakte van fijn linnen de doeken voor de omheining aan de zuidkant: 100 el [ (45 m) ] breed.

10. Hij maakte 20 palen [ om die doeken aan op te hangen ] met 20 koperen voetstukken. Aan die palen maakte hij zilveren haken en dwarsstangen.

11. Voor de noordkant maakte hij doeken van 100 el [ (45 m) ] breed met 20 palen met 20 koperen voetstukken. Aan die palen maakte hij zilveren haakjes en zilveren dwarsstangen.