BasisBijbel

Exodus 37:26-29 BasisBijbel (BB)

26. Hij bedekte het hele altaar met zuiver goud: de bovenkant, de zijkanten en de horens. Hij maakte er rondom een opstaande gouden rand op.

27. Hij maakte twee gouden ringen en zette die vast onder de rand, aan de zijkanten. Dat waren de houders voor de draagstokken om het altaar mee te dragen.

28. Hij maakte draagstokken van acaciahout en bedekte die met goud.

29. Hij maakte de heilige zalf-olie en het mengsel voor het wierook-offer, zoals een zalfmaker dat doet.