BasisBijbel

Exodus 36:13-19 BasisBijbel (BB)

13. Ze maakten 50 gouden haakjes, staken ze in de lussen en haakten daarmee de tentkleden aan elkaar vast. Zo werd de tentkleden samen één tent.

14. Ze maakten ook tentkleden van geitenhaar. Die werden een tent over de [ eerste ] tent. Elf tentkleden maakten ze.

15. Elk tentkleed was 30 el [ (13½ m) ] lang en 4 el [ (1,8 m) ] breed. Alle elf tentkleden waren even groot.

16. Ze maakten vijf van de tentkleden aan elkaar en de zes andere tentkleden maakten ze aan elkaar.

17. Ze maakten 50 lussen aan de rand van het laatste tentkleed van het ene stel en 50 lussen aan de rand van het laatste tentkleed van het andere stel.

18. Ze maakten 50 koperen haakjes, staken ze in de lussen en haakten daarmee de tentkleden aan elkaar vast. Zo werden de tentkleden één geheel.

19. Ook maakten ze van roodgeverfde schapenvachten een dekkleed voor de tent en daaroverheen een dekkleed van dun leer.