BasisBijbel

Exodus 36:1-15 BasisBijbel (BB)

1. Toen maakten Bezaleël en Aholiab alle dingen voor het heiligdom, samen met de andere mannen die de Heer had uitgekozen. Ze maakten alles zoals de Heer het bevolen had. De Heer gaf hun de wijsheid, het verstand en de kennis om alles te maken.

2. Want Mozes had Bezaleël en Aholiab aangewezen om alle dingen voor het heiligdom te maken. Ze werden daarbij geholpen door alle vakmensen aan wie de Heer daarvoor wijsheid en inzicht had gegeven. Zij wilden graag komen helpen.

3. Mozes bracht hun alles wat het volk had gegeven. Elke morgen kwamen de mensen geschenken naar Mozes brengen.

4. Tenslotte gingen de vakmensen die het werk voor het heiligdom maakten naar Mozes en zeiden:

5. "De mensen brengen méér dan nodig is om alles te maken wat de Heer heeft bevolen."

6. Toen liet Mozes in het tentenkamp omroepen: "Niemand hoeft nog geschenken te brengen voor het heiligdom." Zo werd het volk tegengehouden om nog meer te brengen.

7. Want er was genoeg materiaal om alles te maken. Er was zelfs te veel.

8. Toen maakten ze de tent van tien tentkleden van blauwe, paarse en rode stof en fijn linnen, met prachtig ingeweven engelen.

9. Elk tentkleed was 28 el [ (12½ m) ] lang en 4 el [ (1,8 m) ] breed. Alle tentkleden waren even groot.

10. Ze maakten vijf van de tentkleden aan elkaar. Ook de andere vijf kleden maakten ze aan elkaar.

11. Ze maakten blauwe lussen aan de rand aan het laatste kleed van de vijf tentkleden die aan elkaar genaaid waren. Hetzelfde deden ze aan de rand van het laatste kleed van de andere vijf tentkleden die aan elkaar genaaid waren.

12. Zo maakten ze 50 lussen aan het eind van het laatste tentkleed van het ene stel tentkleden en 50 lussen aan het eind van het laatste tentkleed van het andere stel tentkleden. Ze deden het zó, dat de lussen van het ene stel recht tegenover de lussen van het andere stel kwamen.

13. Ze maakten 50 gouden haakjes, staken ze in de lussen en haakten daarmee de tentkleden aan elkaar vast. Zo werd de tentkleden samen één tent.

14. Ze maakten ook tentkleden van geitenhaar. Die werden een tent over de [ eerste ] tent. Elf tentkleden maakten ze.

15. Elk tentkleed was 30 el [ (13½ m) ] lang en 4 el [ (1,8 m) ] breed. Alle elf tentkleden waren even groot.