BasisBijbel

Exodus 33:7-15 BasisBijbel (BB)

7. Mozes zette ver buiten het tentenkamp een tent op. Hij noemde die tent: tent van ontmoeting. Iedereen die iets aan de Heer wilde vragen, ging naar [ Mozes in ] de tent van ontmoeting, buiten het tentenkamp.

8. Als Mozes naar de tent ging, stonden alle mensen op en gingen bij de ingang van hun tent staan. Ze keken Mozes na, totdat hij de tent was binnen gegaan.

9. Zodra Mozes in de tent kwam, daalde de grote, hoge wolk neer en bleef bij de ingang van de tent staan. Dan sprak de Heer met Mozes.

10. Als de mensen de grote, hoge wolk bij de ingang van de tent zagen staan, knielden ze neer bij de ingang van hun tent.

11. En de Heer sprak Zelf met Mozes, zoals iemand met zijn vriend spreekt. Daarna kwam hij terug naar het tentenkamp. Maar zijn dienaar Jozua, de zoon van Nun, een jonge man, ging nooit uit de tent weg.

12. Mozes zei tegen de Heer: "U zegt wel tegen mij: 'Trek verder met dit volk,' maar U heeft mij niet gezegd, wie U met mij mee zal sturen. Maar U heeft toch tegen mij gezegd: 'Ik heb jou uitgekozen en Ik wil goed en vriendelijk voor je zijn.'

13. Als U goed en vriendelijk voor mij wil zijn, vertel mij dan alstublieft uw plannen, zodat ik U steeds beter leer kennen. Bedenk alstublieft dat dit volk úw volk is."

14. Toen zei Hij: "Moet Ik Zélf meegaan om je gerust te stellen?"

15. Mozes antwoordde Hem: "Als U niet Zelf met ons meegaat, laat ons dan niet van hier verder trekken!