BasisBijbel

Exodus 30:1-14 BasisBijbel (BB)

1. Maak van acaciahout een altaar voor het wierook-offer.

2. Het moet 1 el [ (45 cm) ] lang en 1 el breed worden, zodat het vierkant is, en 2 el [ (90 cm) ] hoog. Maak ook van acaciahout horens op de hoeken van het altaar. Die moeten één geheel zijn met het altaar.

3. Bedek het hele altaar met zuiver goud: de bovenkant, de zijkanten en de horens. Maak er rondom een opstaande gouden rand op.

4. Maak twee gouden ringen en zet die onder de rand vast, aan de zijkanten. Daar moeten draagstokken doorheen gestoken worden. Daarmee moet het altaar worden gedragen.

5. Maak de draagstokken van acaciahout en bedek ze met goud.

6. Zet het altaar vóór het gordijn dat vóór de kist met de platte stenen van het verbond hangt. Op die kist, op het vergevings-deksel, zal Ik je ontmoeten.

7. Op dat altaar moet Aäron wierook verbranden. Elke ochtend als hij de olielampen in orde maakt, moet hij het wierook-offer aansteken.

8. En elke avond, als Aäron de lampen aansteekt, moet hij het wierook-offer voor Mij aansteken. Dit moet voortaan elke dag gebeuren, door alle eeuwen heen.

9. Je mag op dat altaar geen andere wierook-offers brengen. Ook geen brand-offers, meel-offers of wijn-offers.

10. Eén keer per jaar moet Aäron een beetje bloed van het vergevings-offer aan de horens van het wierook-altaar smeren. Daarmee vraagt hij Mij om vergeving. Eén keer per jaar moet op die manier om vergeving gevraagd worden. Dit moet voortaan voor altijd worden gedaan. Het wierook-altaar is heel erg heilig. Het is van Mij."

11. De Heer zei tegen Mozes:

12. "Als je de Israëlieten telt [ die 20 jaar of ouder zijn ], moeten al deze mannen een losgeld aan Mij betalen in ruil voor hun leven. Als ze dat niet doen, zal er een ramp over hen komen als ze worden geteld.

13. Iedereen die bij de 'getelden' gaat horen, moet een ½ sikkel zilver [ (5½ gram) ] betalen. Je moet die afmeten met de sikkel die in het heiligdom wordt gebruikt. Die sikkel is 20 gera [ (11 gram) ]. Iedereen moet die ½ sikkel aan Mij geven.

14. Iedereen van 20 jaar en ouder wordt geteld en moet dat bedrag geven.