BasisBijbel

Exodus 29:5-12 BasisBijbel (BB)

5. Trek dan Aäron de priesterkleren aan: het onderkleed, het bovenkleed, het priesterschort en de borsttas.

6. Maak de gordel van het priesterschort om zijn middel vast. Zet de tulband op zijn hoofd en maak de heilige gouden plaat aan de tulband vast.

7. Zalf Aäron dan door de zalf-olie over zijn hoofd uit te gieten.

8. Laat daarna zijn zonen komen en trek hen hun priesterkleren aan.

9. Doe een gordel om hun middel en zet de mutsen op hun hoofd. Zij en hun zonen ná hen zullen voor altijd priesters zijn. Zo moet je Aäron en zijn zonen tot priesters maken.

10. Breng dan de stier naar de tent van ontmoeting. Aäron en zijn zonen moeten hun handen op de kop van de stier leggen.

11. Slacht hem daarna bij Mij, vóór de ingang van de tent van ontmoeting.

12. Smeer een deel van het bloed van de stier met je vinger aan de horens van het altaar. Giet de rest van het bloed uit aan de voet van het altaar.