BasisBijbel

Exodus 28:11-22 BasisBijbel (BB)

11. Je moet dat door een steensnijder laten doen.

12. Dan moeten de twee stenen in gouden zettingen op de schouderbanden van het priesterschort worden vastgezet. Ze stellen het volk Israël voor. Zo draagt Aäron hun namen op zijn schouders. Zo zal Ik aan het volk Israël denken als Aäron bij Mij komt.

13. Maak twee gouden bevestigingsplaatjes.

14. Daaraan komen twee kettinkjes van zuiver goud. Het moeten gouden koordjes worden, gevlochten kettinkjes.

15. Maak een borsttas. Het moet een prachtig kunstwerk worden. Maak hem van hetzelfde materiaal als het priesterschort. Dus van gouddraad, blauw, paars en rood draad en fijn linnen.

16. Hij moet van een vierkante lap gemaakt worden, van dubbele stof, 1 span [ (23 cm) ] lang en 1 span breed.

17. Vul de voorkant op met vier rijen edelstenen. De eerste rij met sardis, topaas en karbonkel.

18. De tweede rij met smaragd, saffier en diamant.

19. De derde rij met hyacint, agaat en amethist.

20. De vierde rij met turkoois, sardonyx en jaspis. De stenen moeten er met gouden zettingen op vastgezet worden.

21. Voor elke zoon van Israël moet er een steen zijn. Dus twaalf stenen, omdat er twaalf namen zijn. In elke steen moet de naam van één van de twaalf stammen uitgesneden worden.

22. Maak voor de borsttas twee gevlochten kettinkjes van zuiver goud.