BasisBijbel

Exodus 23:11-29 BasisBijbel (BB)

11. Maar in het zevende jaar moet je het land laten liggen zoals het is. Je moet het met rust laten. Wat er nog vanzelf opkomt, is voor de arme mensen. En wat zij laten staan, is voor de wilde dieren. Hetzelfde moet je doen met je wijngaarden en olijfbomen.

12. Je mag zes dagen per week werken. Maar op de zevende dag moet je uitrusten. Dan kunnen ook je koe en je ezel uitrusten. En de zoon van je slavin en de vreemdeling [ die als knecht voor je werkt ] kunnen weer op adem komen.

13. Jullie moeten precies doen wat Ik jullie heb gezegd. Jullie mogen de naam van andere goden niet eens noemen. Ik wil die niet uit jullie mond horen.

14. Drie keer per jaar moeten jullie voor Mij feestvieren.

15. Jullie moeten in de maand Abib het Feest van de Ongegiste Broden vieren [ (= het Paasfeest met de zeven dagen daarna) ], op de dag die Ik jullie gezegd heb. Dan moeten jullie zeven dagen lang ongegist brood eten, zoals Ik jullie heb bevolen. Dat moeten jullie doen vanaf de 14e dag van die maand, want toen zijn jullie uit Egypte vertrokken. Maar jullie mogen op dit feest niet zonder geschenk bij Mij komen, [ maar moeten Mij een offer brengen ].

16. Ook moeten jullie het oogstfeest vieren. Dat moeten jullie vieren wanneer jullie het eerste deel van de oogst van jullie akkers hebben binnen gehaald [ (Dit is het Wekenfeest) ]. En aan het eind van het jaar moeten jullie weer een oogstfeest vieren, wanneer jullie de hele oogst van jullie akkers hebben binnengehaald.

17. Dus drie keer per jaar moeten alle mannen bij Mij komen [ om voor Mij feest te vieren ].

18. Jullie mogen bij het bloed van de dieren die jullie aan Mij offeren, niets offeren wat met gist is klaargemaakt.Het vet van de dieren die jullie Mij offeren als feest-offer mag niet overblijven tot de volgende dag.

19. Jullie moeten het beste van het eerste deel van de oogst in mijn huis brengen.Jullie mogen een jong geitje niet koken in de melk van zijn moeder.

20. Ik stuur een engel voor jullie uit. Hij zal jullie onderweg beschermen. Hij zal jullie naar de plaats brengen die Ik heb uitgekozen.

21. Let op hem en luister naar hem. Wees hem niet ongehoorzaam. Want hij zal het jullie niet vergeven als jullie ongehoorzaam zijn. Want hij spreekt namens Mij.

22. Maar als jullie naar hem luisteren en alles doen wat Ik zeg, zal Ik een vijand van jullie vijanden zijn en een tegenstander van jullie tegenstanders.

23. Mijn engel zal voor jullie uit gaan en jullie brengen naar het land van de Amorieten, de Hetieten, de Perezieten, de Kanaänieten, de Hevieten en de Jebusieten. En Ik zal hen voor jullie vernietigen.

24. Ga niet de goden van die volken aanbidden en dienen. Doe niet de dingen die die volken doen. Maar vernietig hun godenbeelden en sla hun heilige stenen kapot.

25. Dien en aanbid Mij, jullie Heer en God. Dan zal Ik jullie brood en jullie water zegenen en zal Ik ervoor zorgen dat niemand van jullie ziek wordt.

26. Er zullen geen kinderen dood worden geboren en er zullen geen vrouwen zijn die geen kinderen kunnen krijgen. En jullie zullen allemaal lang leven.

27. Ik zal ervoor zorgen dat de volken bang voor jullie zullen zijn. Elk volk waar jullie mee te maken krijgen, zal in paniek raken. Ik zal ervoor zorgen dat al jullie vijanden voor jullie zullen vluchten.

28. Ik zal grote wespen voor jullie uit sturen, zodat de Hevieten, Kanaänieten en Hetieten daarvoor zullen vluchten.

29. Maar Ik zal die volken niet in één jaar voor jullie wegjagen. Als Ik dat wel deed, zou het land een wildernis worden [ doordat het te groot voor jullie is om voor te zorgen ]. Er zouden dan te veel wilde dieren komen.