BasisBijbel

Exodus 15:12-23 BasisBijbel (BB)

12. U strekte uw hand uiten de aarde slokte hen op.

13. Omdat U liefdevol en vriendelijk bent,bevrijdde U uw volk.Door uw kracht bracht U het volk rustig naar de plaats waar U woont.

14. De volken die dit horen, zullen beven van angst.De bewoners van Filistea beven.

15. De koningen van Edom zullen geschokt zijn.De heersers van Moab zullen doodsbang zijn.De bewoners van Kanaän zullen beven van angst.

16. Doodsbang zullen ze zijn.Ze zullen versteend van angst staan over uw macht,als uw volk voorbij komt,als uw volk dat U voor Uzelf heeft uitgekozen, voorbij komt.

17. U neemt hen mee en plant hen op uw berg,op de plaats waar U, Heer, wil wonen,in het heiligdom, Heer, dat U heeft gebouwd.

18. De Heer regeert voor eeuwig en altijd.

19. Want alle paarden en strijdwagens en ruiters van de Farao kwamen in de zee.Toen liet de Heer het water over hen terugstromen.Maar de Israëlieten gingen over het droge, midden door de zee."

20. De profetes Mirjam, de zus van Aäron, nam een tamboerijn en alle vrouwen dansten met tamboerijnen achter haar aan.

21. Mirjam zong als antwoord [ op het lied van Mozes ]: "Zing voor de Heer, want Hij is geweldig!Hij stortte de paarden en hun ruiters in de zee."

22. Mozes liet de Israëlieten van de Rietzee verder trekken. Ze trokken naar de Sur-woestijn. Drie dagen lang reisden ze door de woestijn zonder dat ze water vonden.

23. Toen kwamen ze [ bij een bron ] in Mara. Maar ze konden het water niet drinken, want het was bitter. Daarom noemden ze die plaats Mara [ (= 'bitter') ].