BasisBijbel

Exodus 14:8-15 BasisBijbel (BB)

8. Want de Heer zorgde ervoor dat de Farao koppig was. Daardoor achtervolgde hij de Israëlieten. Maar de Israëlieten trokken verder, geleid door God.

9. De Farao achtervolgde hen met al zijn paarden en wagens en ruiters, zijn hele leger. Hij haalde hen in bij Pi-Hachirot, tegenover Baäl-Zefon. Want daar hadden ze hun tentenkamp opgezet bij de zee.

10. Toen zagen de Israëlieten dat de Egyptenaren hen achterna waren gekomen. De Farao was al vlakbij. Ze werden heel erg bang en schreeuwden tot de Heer.

11. En ze riepen tegen Mozes: "Waren er in Egypte soms geen graven? Heb je ons meegenomen om ons te laten sterven in de woestijn? Waarom heb je ons uit Egypte gehaald?

12. In Egypte zeiden we al tegen je: 'Laat ons met rust! Laat ons gewoon slaven blijven van de Egyptenaren.' Want het was beter geweest om slaven te zijn van de Egyptenaren, dan te worden gedood in de woestijn!"

13. Maar Mozes zei tegen het volk: "Wees niet bang, houd moed! Vandaag zullen jullie zien hoe de Heer jullie zal redden. Want de Egyptenaren die jullie vandaag zien, zullen jullie nooit meer terugzien.

14. De Heer zal voor jullie strijden. Wees maar rustig, jullie hoeven zelf niets te doen."

15. Toen zei de Heer tegen Mozes: "Waarom roep je zo luid tot Mij? Zeg tegen de Israëlieten dat ze hier moeten vertrekken.