BasisBijbel

Exodus 12:23-32 BasisBijbel (BB)

23. De Heer zal door het land trekken om de Egyptenaren te straffen. Als Hij het bloed rondom een deur ziet, zal de Heer die deur voorbijgaan. De vernietiger zal jullie huizen niet mogen binnengaan. Hij zal niemand van jullie mogen doden.

24. Dit moeten jullie altijd blijven doen en jullie familie ná jullie ook.

25. Ook als jullie in het land gekomen zijn dat de Heer jullie gaat geven zoals Hij beloofd heeft.

26. En als jullie kinderen later vragen: 'Waarom doen jullie dat?' dan moeten jullie antwoorden:

27. 'Het is het Paasoffer voor de Heer. Want Hij ging in Egypte onze huizen voorbij, toen Hij de Egyptenaren strafte. Onze huizen sloeg Hij over." Toen knielde het volk neer en boog zich diep voor de Heer.

28. Ze gingen naar huis en deden precies wat de Heer tegen Mozes en Aäron had gezegd.

29. Om middernacht doodde de Heer elke oudste zoon in Egypte. Hij doodde de oudste zoon van de Farao die ná hem koning zou worden, tot en met de oudste zoon van de gevangene in de gevangenis. Ook alle eerstgeboren dieren van het vee.

30. De Farao en alle Egyptenaren werden 's nachts wakker. Overal in het land werd luid gehuild. Want in elk huis was wel iemand gestorven.

31. De Farao liet Mozes en Aäron halen. Hij zei tegen hen: "Maak dat jullie wegkomen uit mijn land! Jullie en alle andere Israëlieten! Ga de Heer aanbidden, zoals jullie hebben gevraagd.

32. Neem ook jullie schapen, koeien en geiten mee, zoals jullie hebben gevraagd. Ga weg! En zegen mij ook."