BasisBijbel

Exodus 12:19-28 BasisBijbel (BB)

19. Zeven dagen lang mag er helemaal geen gist in jullie huizen zijn. Iedereen die iets eet dat met gist is klaargemaakt, moet worden gedood. Het maakt niet uit of hij een vreemdeling is of dat hij een Israëliet is.

20. Er mag niets worden gegeten dat met gist is klaargemaakt. Jullie mogen alleen ongegist brood eten, in het hele land."

21. Toen liet Mozes de leiders van Israël bij zich komen. Hij zei tegen hen: "Zorg ervoor dat iedereen een lam gaat uitkiezen voor zijn gezin en dat hij dat slacht.

22. Het bloed moet in een schaal opgevangen worden. Daarna moet iedereen een bosje van de hysop-plant indopen in de schaal en daarmee het bloed aan de deurposten smeren, rond de deur van zijn huis. Niemand mag zijn huis uitgaan tot de volgende morgen.

23. De Heer zal door het land trekken om de Egyptenaren te straffen. Als Hij het bloed rondom een deur ziet, zal de Heer die deur voorbijgaan. De vernietiger zal jullie huizen niet mogen binnengaan. Hij zal niemand van jullie mogen doden.

24. Dit moeten jullie altijd blijven doen en jullie familie ná jullie ook.

25. Ook als jullie in het land gekomen zijn dat de Heer jullie gaat geven zoals Hij beloofd heeft.

26. En als jullie kinderen later vragen: 'Waarom doen jullie dat?' dan moeten jullie antwoorden:

27. 'Het is het Paasoffer voor de Heer. Want Hij ging in Egypte onze huizen voorbij, toen Hij de Egyptenaren strafte. Onze huizen sloeg Hij over." Toen knielde het volk neer en boog zich diep voor de Heer.

28. Ze gingen naar huis en deden precies wat de Heer tegen Mozes en Aäron had gezegd.