BasisBijbel

Exodus 10:20-29 BasisBijbel (BB)

20. Maar de Heer zorgde ervoor dat de Farao koppig bleef, zodat hij de Israëlieten niet liet gaan.

21. Daarna zei de Heer tegen Mozes: "Steek je hand op naar de hemel. Dan zal het donker worden in Egypte. Het zal er aardedonker zijn."

22. Mozes stak zijn hand op naar de hemel. Toen werd het drie dagen lang aardedonker in heel Egypte.

23. Drie dagen lang konden de mensen elkaar niet zien. Niemand durfde een voet te verzetten. Maar waar de Israëlieten woonden, was het licht.

24. Toen liet de Farao Mozes komen en zei: "Ga de Heer maar aanbidden. Jullie kinderen mogen met jullie meegaan. Maar jullie schapen, geiten en koeien moeten hier blijven."

25. Maar Mozes zei: "U moet ons dieren laten meenemen om aan onze Heer God te offeren.

26. Al ons vee moet met ons meegaan. Er mag geen hoef hier achterblijven. Want pas als we daar zijn aangekomen, weten we wat we aan onze Heer God zullen offeren. Dan pas zullen we de offerdieren uitkiezen."

27. Maar de Heer zorgde ervoor dat de Farao koppig bleef, zodat hij hen niet liet gaan.

28. De Farao zei tegen hem: "Ga weg! Zorg dat ik je nooit meer zie! Als ik je nog één keer zie, zal ik je doden!"

29. Toen zei Mozes: "U heeft gelijk: u zal mij nooit meer zien."