BasisBijbel

Exodus 10:16-25 BasisBijbel (BB)

16. Toen liet de Farao snel Mozes en Aäron halen en zei: "Ik heb verkeerd gedaan tegen jullie Heer God en tegen jullie!

17. Vergeef het mij nog één keer! Bid tot jullie Heer God dat Hij ons redt! Want zo gaan we allemaal dood!"

18. Toen ging Mozes bij de Farao weg en bad tot de Heer.

19. En de Heer zorgde ervoor dat er een harde westenwind ging waaien. Die nam de sprinkhanen mee en blies ze de Rietzee in. Er bleef in heel Egypte geen één sprinkhaan over.

20. Maar de Heer zorgde ervoor dat de Farao koppig bleef, zodat hij de Israëlieten niet liet gaan.

21. Daarna zei de Heer tegen Mozes: "Steek je hand op naar de hemel. Dan zal het donker worden in Egypte. Het zal er aardedonker zijn."

22. Mozes stak zijn hand op naar de hemel. Toen werd het drie dagen lang aardedonker in heel Egypte.

23. Drie dagen lang konden de mensen elkaar niet zien. Niemand durfde een voet te verzetten. Maar waar de Israëlieten woonden, was het licht.

24. Toen liet de Farao Mozes komen en zei: "Ga de Heer maar aanbidden. Jullie kinderen mogen met jullie meegaan. Maar jullie schapen, geiten en koeien moeten hier blijven."

25. Maar Mozes zei: "U moet ons dieren laten meenemen om aan onze Heer God te offeren.