BasisBijbel

Ester 5:6-14 BasisBijbel (BB)

6. Toen ze na de maaltijd wijn zaten te drinken, vroeg de koning aan Ester: "Wat wil je me vragen? Vraag wat je wil, en ik zal het je geven. Al is het de helft van mijn koninkrijk."

7. Toen antwoordde Ester:

8. "Wat ik wil vragen is dit: zou u alstublieft morgen met Haman naar de feestmaaltijd willen komen die ik morgen voor u zal klaarmaken? Dan zal ik u morgen laten weten wat ik u wil vragen."

9. Die dag ging Haman blij naar huis. Maar toen hij in de poort Mordechai zag die niet voor hem opstond en zich niet voor hem boog, werd hij woedend.

10. Haman hield zich echter in en ging naar huis. Daar liet hij zijn vrienden en zijn vrouw Zeres bij zich komen.

11. Hij begon tegen hen op te scheppen hoe rijk hij was, hoe geweldig zijn zonen waren, wat een belangrijke baan hij van de koning gekregen had en hoe geweldig belangrijk hij was.

12. Verder zei Haman: "Bovendien heeft koningin Ester alleen mij uitgenodigd om samen met de koning naar haar feestmaaltijd te komen. En morgen ben ik wéér samen met de koning door haar uitgenodigd.

13. Maar ik kan er niet van genieten zolang ik die Judeeër Mordechai in de poort van het paleis zie zitten."

14. Zijn vrouw Zeres en zijn vrienden zeiden tegen hem: "Laat een galg van 50 el [ (25 m) ] hoog neerzetten. Vraag dan morgenochtend aan de koning om Mordechai daaraan te laten ophangen. Dan kun je daarna met de koning van de feestmaaltijd genieten." Haman vond dat een goed plan en liet een galg neerzetten.