BasisBijbel

Ester 3:1-7 BasisBijbel (BB)

1. Een tijd later werd Haman, de zoon van Hammedata, uit de familie van [ koning ] Agag , door koning Ahasveros tot minister-president gemaakt. Daarmee werd Haman de belangrijkste man aan het hof.

2. Iedereen in het paleis moest diep voor Haman buigen wanneer hij langskwam. Want dat had de koning bevolen. Maar Mordechai weigerde dat. Hij knielde niet en boog niet voor Haman.

3. De dienaren van de koning die de poort bewaakten, zeiden tegen Mordechai: "Waarom kniel je niet? Doe toch wat de koning heeft bevolen!"

4. Elke dag waarschuwden ze hem, maar hij wilde niet luisteren. Toen gingen ze het tegen Haman zeggen. Ze wilden kijken of Mordechai dan nog steeds durfde te weigeren om te buigen. Want hij had tegen hen gezegd dat hij een Judeeër was.

5. Toen Haman merkte dat Mordechai niet voor hem boog en niet knielde, werd hij woedend.

6. Ze hadden hem verteld van welk volk Mordechai was. Haman vond het niet genoeg om alleen Mordechai te doden. Hij probeerde een manier te bedenken om het hele volk van Mordechai te vernietigen. Hij wilde alle Judeeërs in het hele koninkrijk van koning Ahasveros doden.

7. In de eerste maand, de maand Nisan, toen Ahasveros twaalf jaar koning was, lootte Haman er over welke dag van welke maand dat jaar zijn geluksdag zou zijn. Het lot (dat 'Poer' werd genoemd) wees [ een dag in ] de twaalfde maand aan, de maand Adar.