BasisBijbel

Efeziërs 4:1-11 BasisBijbel (BB)

1. Nu zit ik gevangen omdat ik de Heer dien. En ik smeek jullie: leef op een manier die past bij mensen die door God zijn geroepen.

2. Wees bescheiden en vriendelijk. Houd van elkaar en heb geduld met elkaar.

3. Doe je best om één te blijven in de Geest, door in vrede met elkaar te leven.

4. Want er is maar één Lichaam en er is maar één Geest. En we hebben allemaal één hoop en één roeping.

5. Er is één Heer, één geloof en één doop.

6. En er is één God die de Vader is van alle mensen. Hij staat boven iedereen. Hij werkt door iedereen heen en is in jullie allemaal.

7. Maar God heeft in zijn goedheid aan iedereen een eigen geschenk gegeven. Christus bepaalt wát, en hoeveel.

8. Daarom staat er [ in de Boeken ]: "Toen Hij terugging naar de hemel, bevrijdde Hij de krijgsgevangenen. En Hij gaf geschenken aan de mensen."

9. Wat betekent dit: "Hij is teruggegaan naar de hemel"? Dat betekent dat Hij daar eerst vandaan gekomen is, naar de aarde.

10. Hij die naar de aarde is gekomen, is dezelfde die naar de hoogste hemel is gegaan. Dat deed Hij om alles te kunnen vullen met Zichzelf.

11. En Hij heeft dus geschenken gegeven aan de gemeente: Hij maakte sommige mensen tot boodschappers van God, anderen tot profeten, anderen tot evangelisten, en weer anderen tot herders en leraren.