BasisBijbel

Efeziërs 6:5-20 BasisBijbel (BB)

5. Slaven , gehoorzaam jullie aardse meesters met respect. Dien hen zoals jullie Christus zouden dienen.

6. Werk niet alleen hard om een goede indruk op hen te maken. Maar doe van harte wat God van jullie vraagt, als slaven van Christus.

7. Dien je meester met je hele hart, alsof je de Heer dient in plaats van een mens.

8. Want jullie weten dat iedereen van de Heer een beloning zal krijgen voor alle goede dingen die hij heeft gedaan. Het maakt voor Hem niet uit of je een slaaf bent of een vrij mens.

9. Meesters, wees goed voor jullie slaven. Bedreig hen niet. Want jullie dienen dezelfde Heer in de hemel als zij, en voor Hem zijn alle mensen gelijk.

10. Tenslotte, broeders en zusters: wees sterk in de kracht van de Heer.

11. Doe de hele wapenrusting van God aan. Dan kan de duivel jullie met zijn sluwe streken geen kwaad doen.

12. Want we strijden niet tegen mensen, maar tegen de [ onzichtbare ] leiders, machten en heersers van deze donkere wereld. Dus tegen de duivelse geesten in de geestelijke wereld.

13. Doe daarom de hele wapenrusting van God aan. Dan kun je je verdedigen als het kwaad je aanvalt. En dan kun je ook blijven staan als je alles hebt gedaan wat je moest doen.

14. Ga dus staan en bind om je heupen de waarheid als een riem. Trek rechtvaardigheid aan als een pantser.

15. Wees bereid om het goede nieuws van de vrede met God aan de mensen te brengen. Dat zijn je schoenen.

16. Houd vooral vast aan het geloof. Je geloof is je schild. Houd dat schild omhoog zodat je alle brandende pijlen kan uitdoven die de duivel op je afschiet.

17. Zet de helm van je redding op je hoofd. Neem het zwaard van de Geest in je hand. Dat is het woord van God.

18. En bid bovendien met alle soorten van bidden en smeken, bij alles wat zich voordoet. Laat je daarbij leiden door de Heilige Geest. Let er op dat je dat doet. Bid zonder ophouden voor alle gelovigen.

19. Bid ook voor mij. Bid dat God mij steeds de goede woorden zal geven. Bid dat ik vol geloof en zonder vrees het geheim van het goede nieuws van God bekend zal maken.

20. Want dat is de taak die God mij heeft gegeven en waarvoor ik nu met boeien vastzit. Bid dat ik zal zeggen wat ik moet zeggen, vol geloof en zonder vrees.