BasisBijbel

Deuteronomium 7:5-18 BasisBijbel (BB)

5. Dit is wat jullie moeten doen: breek al hun altaren af, sla hun heilige stenen kapot, hak hun heilige palen om en verbrand hun godenbeelden.

6. Want jullie zijn het volk van de Heer God. De Heer heeft jullie uit alle andere volken uitgekozen om zijn eigen volk te zijn.

7. De Heer heeft jullie niet uitgekozen omdat jullie groter zijn dan andere volken. Want jullie zijn eigenlijk maar een heel klein volkje.

8. Maar Hij heeft jullie uitgekozen omdat Hij van jullie houdt. En omdat Hij Zich houdt aan het verbond dat Hij met jullie voorvaders [ Abraham, Izaäk en Jakob ] heeft gesloten. Daarom heeft de Heer jullie op een machtige manier bevrijd uit de slavernij van de koning van Egypte.

9. Want Hij wilde dat jullie zouden toegeven dat jullie Heer God een trouwe God is. Dat Hij Zich aan zijn verbond houdt. Hij laat zien dat Hij vriendelijk is voor mensen die van Hem houden en die zich aan zijn wetten houden. Hij is goed voor hen en voor de duizenden mensen die van hen afstammen.

10. Maar met de mensen die Hem niet willen gehoorzamen, zal het slecht gaan. Hij zal hen vernietigen. Hij stelt dat niet uit, maar doet dat meteen.

11. Houd je dus aan de wetten en leefregels die ik jullie nu geef.

12. Als jullie je daaraan houden, zal jullie Heer God Zich houden aan het verbond dat Hij met jullie voorvaders [ Abraham, Izaäk en Jakob ] heeft gesloten. Hij zal goed voor jullie zijn.

13. Hij zal van jullie houden en goed voor jullie zijn. Hij zal jullie tot een groot volk maken in het land dat Hij aan jullie voorvaders heeft beloofd. Hij zal jullie kinderen en jullie oogsten zegenen. Hij zal jullie graan, wijnstruiken en olijfbomen zegenen. Hij zal de jonge dieren van jullie vee zegenen.

14. Jullie zullen méér gezegend zijn dan alle andere volken. Er zal niemand zijn die geen kinderen kan krijgen. Ook zullen er geen dieren zijn die geen jongen kunnen krijgen.

15. De Heer zal alle ziekten bij jullie vandaan houden. Hij zal geen één van de rampen en ziekten die bij de Egyptenaren zijn gebeurd, bij jullie laten gebeuren. Maar Hij zal die rampen en ziekten laten komen over jullie vijanden.

16. Vernietig alle volken die de Heer God in jullie macht zal geven. Heb geen medelijden met hen en laat hen niet in leven. Ga hun goden niet aanbidden. Want anders zal het slecht met jullie aflopen.

17. Jullie vragen je misschien af: 'Die volken zijn groter dan wij. Hoe kunnen we hen dan wegjagen?'

18. Maar jullie moeten niet bang voor hen zijn. Denk steeds aan wat jullie Heer God met de Farao en heel Egypte heeft gedaan.