BasisBijbel

Deuteronomium 4:38-49 BasisBijbel (BB)

38. En Hij heeft volken die groter en machtiger zijn dan jullie, voor jullie weggejaagd. Zo bracht Hij jullie in hun land en gaf het aan jullie. En nu is het zo ver!

39. Denk er dus goed om dat de Heer de enige God is in de hemel daarboven en op de aarde hier beneden. Er is geen andere God.

40. Houd je dus aan zijn wetten en leefregels die ik jullie nu geef. Dan zal het goed gaan met jullie en met jullie kinderen. Dan zullen jullie lang leven in het land dat jullie Heer God voor altijd aan jullie gaat geven."

41. Toen wees Mozes drie steden aan als vrijsteden aan de oostkant van de Jordaan.

42. Als iemand per ongeluk iemand anders zou hebben gedood, zou hij daarheen kunnen vluchten. Daar zou hij niet gedood mogen worden [ door de man die wraak komt nemen voor de dood van die ander ].

43. Voor de stam van Ruben wees hij Bezer als vrijstad aan, in de woestijn op de vlakte. Voor de stam van Gad: de stad Ramot in Gilead. Voor de stam van Manasse: de stad Golan in Bazan.

44. Dit is de wet die Mozes aan de Israëlieten gaf.

45. Dit zijn alle wetten en leefregels die Mozes aan de Israëlieten heeft gegeven toen ze uit Egypte waren vertrokken.

46. Hij leerde hun die aan de oostkant van de Jordaan, in het dal bij Bet-Peor, in het land van Sihon. Sihon was de koning van de Amorieten die in Hesbon had gewoond. Mozes en de Israëlieten hadden Sihon verslagen tijdens hun tocht uit Egypte.

47. Ze hadden zijn land veroverd, samen met het land van koning Og van Bazan. Sihon en Og waren de koningen van de Amorieten die aan de oostkant van de Jordaan woonden.

48. Het gebied van de Amorieten was vanaf Aroër, dat aan de oever van de beek Arnon ligt, tot aan de berg Sirjon (dat is de Hermon)

49. en de hele vlakte aan de oostkant van de Jordaan en de Zoutzee, tot aan Asdot-Pisga. (lees verder)