BasisBijbel

Deuteronomium 32:24-34 BasisBijbel (BB)

24. Als ze zwak zijn van de hongeren uitgeput door koorts en dodelijke ziekten,zal Ik wilde dieren op hen loslatenen giftige slangen op hen afsturen.

25. In de straten worden ze gedood door het zwaard.Thuis worden ze gedood door ziekte.Iedereen sterft: jonge mannen en meisjes,kleine kinderen en oude mensen.

26. Eigenlijk zou Ik hen van de aardbodem moeten wegblazen.Ervoor zorgen dat niemand nog weet dat ze hebben bestaan.

27. Maar dat zouden mijn vijanden verkeerd begrijpen.Ze zouden het verdraaien en zeggen:"Kijk eens wat een geweldige dingen wij hebben gedaan!Want wíj hebben dat gedaan, niet de Heer!"

28. Want hun vijanden begrijpen er niets van.Ze maken wel plannen, maar ze begrijpen nooit iets.

29. Als ze een beetje verstand hadden gehad,zouden ze het hebben begrepen.Ze zouden hebben begrepen hoe het met henzelf zal aflopen!

30. Maar ze vragen zich niet af hoe het kan,dat één van hen duizend van jullie kan achtervolgen,en dat twee van hen tienduizend van jullie op de vlucht kunnen jagen.Maar dat kunnen ze alleen doordat jullie verlaten zijndoor de God op wie jullie vertrouwden.Hij heeft jullie aan hen uitgeleverd.

31. Want de god op wie zíj vertrouwen, lijkt niet op onze God.Zelfs onze vijanden kunnen dat zien.

32. Luister goed: de andere volken zijn zo slecht als Sodom en Gomorra.Ze zijn als een slechte wijnstruik met bittere trossen van giftige druiven.

33. Alles wat ze doen is zo dodelijk als giftige wijn,zo gevaarlijk als addervergif.

34. Maar hun straf ligt bij Mij klaar.In mijn schatkamer liggen de wapens klaar waarmee Ik hen zal straffen.