BasisBijbel

Deuteronomium 3:1-13 BasisBijbel (BB)

1. Toen we in de richting van Bazan trokken, kwam koning Og van Bazan ons met zijn hele leger tegemoet. Bij Edreï viel hij ons aan.

2. Maar de Heer zei tegen mij: 'Wees niet bang voor hem. Ik zal ervoor zorgen dat jullie hem en zijn hele leger zullen verslaan. Jullie zullen met hem hetzelfde doen als met koning Sihon die in Hesbon woonde.'

3. En onze Heer God zorgde ervoor dat we ook koning Og en zijn hele leger konden verslaan. We lieten niemand van hen in leven.

4. We veroverden ook alle 60 steden in het koninkrijk van Og in Bazan. Dus het hele gebied van Argob.

5. Het waren allemaal sterke steden met hoge muren met deuren en grendels. Verder nog een heel aantal steden zónder muren.

6. We doodden alle mannen, vrouwen en kinderen, zoals we ook bij koning Sihon van Hesbon hadden gedaan.

7. Maar al het vee en alle spullen uit de steden namen we mee als buit.

8. Zo veroverden we aan de oostkant van de Jordaan het land van de twee koningen van de Amorieten. We veroverden het hele gebied vanaf de beek de Arnon tot aan de berg Hermon.

9. (De Sidoniërs noemen die berg Sirjon. De Amorieten noemen hem Senir.)

10. Zo veroverden we al hun steden op de vlakte, dus heel Gilead en heel Bazan tot Salcha en Edreï. Dat zijn alle steden van het koninkrijk van Og in Bazan.

11. (Koning Og van Bazan was de laatste van het volk van reuzen. Hij had een ijzeren rustbank. Die wordt bewaard in de stad Rabba van de Ammonieten. Zijn rustbank is 9 el [ (4 m) ] lang en 4 el [ (1,8 m) ] breed, gemeten met de gewone el.)

12. Zo veroverden we toen dat land. Daarvan gaf ik het gebied vanaf Aroër aan de beek Arnon, en de helft van de bergen van Gilead en de steden die daar liggen, aan de stammen van Ruben en Gad.

13. De rest van Gilead met heel Bazan, dus het koninkrijk van Og, gaf ik aan de halve stam van Manasse. Zo kregen zij dus samen het hele gebied Argob. (Het hele land Bazan wordt het land van de reuzen genoemd.)