BasisBijbel

Deuteronomium 29:21-29 BasisBijbel (BB)

21. Hij zal zijn naam uitwissen uit de stammen van Israël. Alle vervloekingen die bij dit verbond horen en die in dit boek staan opgeschreven, zullen over hem komen.

22. Later zullen alle mensen, Israëlieten en buitenlanders, zien hoe zwaar de Heer dit land heeft gestraft.

23. Ze zullen zien hoe de hele bodem vol zwavel en zout is en helemaal verschroeid is. Er zal niets gezaaid worden, omdat er niets wil groeien. Het land zal er uitzien als Sodom, Gomorra, Adama en Zeboïm, toen die door de Heer ondersteboven werden gekeerd omdat Hij woedend op hen was.

24. Dan zullen de volken zich afvragen: 'Waarom heeft de Heer dit met het land gedaan? Waarmee hebben de bewoners Hem zo kwaad gemaakt?'

25. Het antwoord zal zijn: 'Hij heeft dit gedaan omdat ze zich niet hebben gehouden aan het verbond van de Heer, de God van hun voorvaders [ Abraham, Izaäk en Jakob ]. Ze hebben zich niet gehouden aan het verbond dat Hij met hen heeft gesloten toen Hij hen uit Egypte bevrijdde.

26. Ze zijn andere goden gaan aanbidden en dienen. Nieuwe goden, die hun niets gegeven hadden en niet tot hen gesproken hadden.

27. Dáárom heeft de Heer dit land gestraft. De hele vervloeking die in dit boek staat opgeschreven, is over hen gekomen.

28. De Heer was zó verschrikkelijk boos, dat Hij hen uit hun land heeft weggerukt en heeft weggeslingerd naar een ander land.'

29. Onze Heer God heeft ons niet alles verteld. Sommige dingen houdt Hij verborgen. Maar wát Hij ons heeft laten weten, moeten we goed onthouden. Wij en onze kinderen moeten ons voor altijd aan deze wet houden.