BasisBijbel

Deuteronomium 21:1-6 BasisBijbel (BB)

1. Stel dat jullie in het land dat de Heer God jullie gaat geven, in het open veld iemand zien liggen die is vermoord, en jullie niet weten wie hem heeft gedood.

2. Dan moeten de leiders en rechters erheen gaan en de afstand meten van de vermoorde man naar de steden in de buurt.

3. De leiders van de stad die het dichtst bij de vermoorde man is, moeten een jonge koe nemen waarmee nog nooit is gewerkt. Dus een koe die nog nooit met een juk een ploeg heeft getrokken.

4. Ze moeten met die koe naar een dal gaan waar de grond niet wordt bewerkt en waar nog nooit is gezaaid. In dat dal moeten ze de koe de nek breken.

5. Er moeten priesters bij aanwezig zijn. (Want jullie Heer God heeft hen aangewezen om Hem te dienen en jullie namens Hem te zegenen. Bij elke rechtszaak moet worden gedaan wat zij besluiten.)

6. De leiders van de stad die het dichtst bij de vermoorde man is, moeten boven de dode koe hun handen wassen en zeggen: