BasisBijbel

Deuteronomium 17:8-16 BasisBijbel (BB)

8. Stel dat een rechtszaak voor jullie te moeilijk is. Bijvoorbeeld als er iemand is gedood, of als er een ruzie is, of als er iemand gewond is geraakt (want dat zijn redenen om naar een rechter te gaan). Ga dan naar de plaats die jullie Heer God zal uitkiezen

9. Vraag daar aan de Levitische priesters en de rechter om raad. Dan zullen zij erover beslissen.

10. Jullie moeten je houden aan de beslissing die zij nemen. Jullie moeten precies doen wat zij jullie hebben gezegd.

11. Jullie mogen niets aan hun beslissing veranderen.

12. Als iemand het waagt om niet te doen wat de priester of de rechter over die zaak heeft besloten, moet hij worden gedood. Zo moeten jullie het kwaad uit Israël wegdoen.

13. Dan zal het hele volk dit horen en diep ontzag hebben en niet meer eigenwijs zijn.

14. Straks hebben jullie het land veroverd en wonen jullie in het land dat de Heer jullie geeft. Misschien willen jullie dan een koning hebben, net als de volken om jullie heen.

15. Laat dan de man die de Heer jullie aanwijst, koning over jullie worden. Hij moet iemand van jullie eigen volk zijn, een Israëliet. Dus geen buitenlander, die geen Israëliet is.

16. Maar jullie koning mag niet veel paarden verzamelen [ (voor het leger) ]. En hij mag geen mensen naar Egypte sturen om meer paarden te krijgen. Want de Heer heeft tegen jullie gezegd: 'Jullie mogen nooit meer naar Egypte teruggaan.'