BasisBijbel

Deuteronomium 14:5-9 BasisBijbel (BB)

5. herten, reeën, antilopen, steenbokken, dassen, wilde buffels en gemzen.

6. Dus alle dieren die gespleten hoeven hebben (namelijk hoeven die helemaal in tweeën zijn gedeeld) en die herkauwen.

7. Maar de volgende dieren mogen jullie niet eten: kamelen, hazen en konijnen. Zij herkauwen wel, maar hebben geen gespleten hoeven. Zij zijn onrein voor jullie.

8. Ook varkens mogen jullie niet eten, want die hebben wel gespleten hoeven, maar herkauwen niet. Ze zijn onrein voor jullie. Jullie mogen ze niet eten. En als jullie ze ergens dood vinden, mogen jullie ze niet aanraken.

9. Van de dieren die in het water leven, mogen jullie alle dieren eten die vinnen én schubben hebben.