BasisBijbel

Deuteronomium 13:6-12 BasisBijbel (BB)

6. Stel dat iemand je stiekem probeert te verleiden om andere goden te gaan aanbidden. Het kan je eigen broer, je moeder, je zoon, je dochter, je eigen vrouw of je allerbeste vriend zijn die dat probeert.

7. Hij wil dat je goden gaat aanbidden van één de volken om jullie heen, of van volken ver weg.

8. Doe dan niet wat hij zegt. Luister niet naar hem. Je mag niet doen alsof het niet erg is wat hij zegt. Nee, je mag hem zelfs niet in leven laten. Je mag hem niet verbergen.

9. Je moet hem met stenen doodgooien. Jij moet als eerste een steen naar hem gooien, en daarna de anderen.

10. Hij moet gedood worden omdat hij heeft geprobeerd om je weg te trekken van de Heer God, die jullie uit de slavernij in Egypte heeft bevrijd.

11. Als de andere Israëlieten ervan horen, zullen ze diep ontzag hebben en niemand zal nog een keer zoiets durven doen.

12. Stel dat je over één van de steden die de Heer jullie gaat geven, hoort zeggen: