BasisBijbel

Deuteronomium 10:5-11 BasisBijbel (BB)

5. Toen daalde ik de berg weer af. Ik legde de platte stenen in de kist die ik had gemaakt. En daar zijn ze nog steeds, zoals de Heer mij had bevolen.

6. Daarna vertrokken we van Beërot Bené-Jaäkan en gingen naar Mosera. Daar stierf Aäron en we begroeven hem daar. Zijn zoon Eleazar werd in zijn plaats priester.

7. Vandaar trokken we naar Gudgod, en van Gudgod naar Jotbat, een streek waar veel beken zijn.

8. In die tijd koos de Heer de stam van de Levieten uit. Zij moesten voortaan de kist van het verbond van de Heer dragen. Zij moesten voortaan de Heer dienen en namens Hem het volk zegenen.

9. Daarom krijgt de stam van Levi geen eigen gebied, zoals de andere stammen. In plaats daarvan hebben ze de Heer. Dat heeft de Heer God hun beloofd.

10. Ik was dus 40 dagen en 40 nachten op de berg, net als de eerste keer. En ook deze keer luisterde de Heer naar mij. Hij zou jullie niet vernietigen.

11. Hij zei tegen mij: 'Maak je klaar voor vertrek. Breng het volk naar het land dat Ik aan hun voorvaders [ Abraham, Izaäk en Jakob ] heb beloofd. Zorg ervoor dat ze het veroveren.'