BasisBijbel

Deuteronomium 1:37-46 BasisBijbel (BB)

37. En door jullie schuld werd de Heer ook boos op mij. Daarom zei Hij: 'Ook jij zal daar niet komen.

38. Maar je dienaar Jozua, de zoon van Nun, zal daar komen. Bereid hem goed voor op zijn taak. Want hij zal ervoor zorgen dat Israël het land krijgt.

39. Jullie waren toch bang dat ze jullie kinderen gevangen zouden nemen? Ik zeg jullie dat jullie kleine kinderen, die nu nog te klein zijn om het verschil tussen goed en kwaad te weten, daar zullen gaan wonen [ in plaats van jullie ]. Hún zal Ik het geven en zíj zullen het veroveren.

40. Maar júllie moeten nu omkeren en naar de woestijn gaan, in de richting van de Rietzee.'

41. Toen antwoordden jullie: 'We zijn ongehoorzaam geweest aan de Heer. We zullen toch maar op weg gaan om het land te veroveren, zoals onze Heer God had bevolen.' Jullie staken je wapens bij je en wilden het bergland gaan veroveren.

42. Maar de Heer zei tegen mij: 'Zeg hun dat ze niet op weg moeten gaan om het land te veroveren. Want Ik ga niet met hen mee. Ze moeten niet gaan, want ze zullen door de vijand worden verslagen.'

43. Maar jullie wilden niet naar mij luisteren. Jullie waren ongehoorzaam aan wat de Heer had bevolen. Jullie waren eigenwijs en gingen tóch.

44. Toen werden jullie aangevallen door de Amorieten die in die bergen wonen. Ze achtervolgden jullie als een zwerm bijen. Ze versloegen jullie van Seïr tot aan Horma.

45. Jullie kwamen terug en huilden van spijt. Maar de Heer luisterde niet naar jullie en deed alsof Hij niets hoorde.

46. Daarna bleven jullie nog een hele tijd in Kades.